Een gewone wegwesp graaft een nestholte, haalt een eerder verborgen spin op, brengt die in de nestholte en maakt daarna het gangetje dicht. Een gewone wegwesp is druk met het graven van een nestgang in een zanderige bodem. De wegwesp vliegt af en toe weg en komt weer terug. Het lijkt er zelfs op dat er twee exemplaren bij de nestgang betrokken zijn. Vermoedelijk is één ervan een mannetje. Eén van de spinnendoders zit in de buurt van de nestgang, terwijl een andere zand uit de gang omhoog werkt. Het exemplaar dat buiten is, loopt wat rond en verdwijnt af en toe, maar komt geregeld terug. Als de wegwesp even uit beeld is, bezoekt een grote vlieg de nestplek. De vlieg vliegt weg. Dan komt de wegwesp weer terug en begint te graven. De wesp verdwijnt half in het gangetje, komt weer te voorschijn en loopt uit beeld. Dan loopt de spinnendoder weer in beeld en schoffelt zand weg van de nestplek. De wespspin gaat de nestgang in. Vervolgens komt een kop van de wegwesp nadrukkelijker in beeld als die uit de nestgang omhoog kijkt. Het diertje poetst zich, komt vervolgens helemaal te voorschijn en loopt weg. Vervolgens verandert het beeld. Er is een graspol te zien. Tussen de grashalmen is een verlamde wolfspin verborgen. De gewone wegwesp komt in beeld, inspecteert de spin en loopt vervolgens weer weg. De spin komt nadrukkelijker in beeld. Er trekt een mier aan één van de poten. De mier wil de spin meenemen naar haar eigen nest. De mier trekt de spin omhoog. Even later valt de spin omlaag. De mier probeert de spin mee te slepen. In de achtergrond loopt de gewone wegwesp in beeld en arriveert bij de spin. De spinnendoder grijpt de spin vast en trekt haar mee. De mier zoekt even naar haar verdwenen prooi. Vervolgens komt een dor blad in beeld. De wegwesp komt achter het blad te voorschijn, kijkt even over de rand en draait zich weer om. Duidelijk wordt dat de spinnendoder de spin met zich mee sleept. Dan is te zien hoe de spin in een vouw van het blad is verborgen. De spinnendoder komt heel even in beeld naast de spin. Vervolgens gaat het beeld over naar een zanderige omgeving. De spinnendoder sleept de spin achterwaarts met zich mee en legt de prooi naast de nestholte. Zelf kruipt de spinnendoder de nestgang in en graaft die wat verder uit. Dan grijpt ze de spin en sleept die naar de ingang van het nest en trekt die naar binnen. Daarna is te zien hoe de gewone wegwesp de nestgang afsluit. Eerst door zand af te graven en er achterwaarts achteraan te kruipen. Naarmate het gangetje verder gevuld wordt met zand komt een karakteristiek kenmerk van deze soort in beeld: de gewone wegwesp stampt het zand aan met haar omgebogen achterlijf. Diverse kaders. Samengestelde clip.